Akkerpaardestaart
Synoniemen: Botheermoes, kattenstaart, kattenkroet, vossenstaart, akkerpest, kwadenaard, unjer, koevergif, ledenplant, naaldenkoker, schaafstro, tinkruid,veegkruid, paardestaart, schapehooi, schapestro
Wetenschappelijke naam: Equisetum arvense L.
Familie: Equisetaceae (paardenstaartenfamilie)
Land van herkomst
Gematigde gebieden van het noordelijk halfrond.
Bestanddelen
Tot 10 % kiezelzuur, kaliumzouten, flavonoïden en koffiezuurderivaten.
Omschrijving
Hij ziet er zo teer uit en voelt toch zo ruw aan. Hij is zo hard dat mensen er vroeger tin mee poetsten, en daarnaast zo broos dat hij gemakkelijk breekt. Akkerpaardestaart is een van de oudste planten van de aarde en vormde ongeveer 350 miljoen jaar geleden, in het Carboon-tijdperk, samen met varens en wolfsklauw enorme bossen. In het Carboon werden de leden van de paardenstaartenfamilie zo'n 30 meter hoog, de tegenwoordige heermoes haalt een bescheiden 30 tot 40 centimeter en groeit het liefst op vochtig en leemachtig akkerland, langs randen van grasland, op woeste grond en in bermen. Vanuit de geribbelde stengel groeien in groepen staande hoekige zijscheuten die doen denken aan dennenaalden. De stengel en de zijscheuten zijn verdeeld in meerdere, door knopen gescheiden segmenten die er uitzien alsof ze in elkaar gestoken zijn. Rondom de knopen groeien kleine, fijn getande blaadjes die als een manchet tegen de stengel aanliggen. Op de knopen breekt de stengel gemakkelijk. Het grootste deel van de heermoes groeit ondergronds: de stengels groeien voor het grootste deel onderaards en vertakken zich daar horizontaal. De wortels zelf zijn maar nietig. In de winter trekt de heermoes zich helemaal terug in de ondergronds groeiende delen. Omdat het een sporenplant is vormt de heermoes geen bloesems maar sporenaren; de bruinachtige stelen daarvan komen in het vroege voorjaar als eerste boven de grond. Pas een paar weken later volgen de fijnvertakte, steriele groene planten.
Wetenswaardigheden
De wetenschappelijke naam equisetum is samengesteld uit het Latijnse equus = paard en saeta = dierenhaar en duidt op de stijve stengels van de heermoes. De toevoeging arvense is afgeleid van het Latijnse arva = akkerland. De Duitse naam 'schachtelhalm' slaat op feit dat het lijkt alsof de 'halmen' met schachten in elkaar gestoken zijn. De geweldige bossen van de akkerpaardestaart -stamvader in het Carboon zijn in de verstreken miljoenen jaren veranderd in onze huidige steenkoolvoorraden. De heermoes is beroemd geworden door zijn bloedstelpende werking. De Romeinse geleerde Plinius de Oude (23 - 79) beweerde dat het al voldoende was om de heermoes in de hand te houden om een bloeding te stoppen. Sebastian Kneipp (1821 - 1897) zorgde ervoor dat de intussen in de vergetelheid geraakte akkerpaardestaart weer bekend werd en gebruikte de plant voor het genezen van wonden en tegen reuma en jicht. In de gebruikelijke akkerbouw wordt de heermoes gezien als een onkruid dat met herbiciden bestreden moet worden als het te veel gaat woekeren. Overigens gebeurt dit woekeren alleen als de bodem door zware machines of te weinig verzorging van de grond verdicht is. Biologisch-dynamisch werkende telers weten de akkerpaarde-staart echter wel te waarderen. Ze maken er waterige extracten van waarmee ze hun teeltproducten behandelen. Kiezelzuur versterkt het oppervlak van de bladeren en beschermt zo tegen bijvoorbeeld meeldauw.
Akkerpaardestaart wordt niet alleen medicinaal en voor de lichaamsverzorging gebruikt: De in het voorjaar als eerste voorboden van de heermoes uit de grond komende sporenaren zijn eetbaar. Er zijn soepen, salades, omeletten en ovenschotels mee te maken. Bij het verzamelen moet wel onderscheid gemaakt worden met de sterk giftige moeraspaardenstaart. Met groene akkerpaardestaart kunnen wol en eieren geelgroen geverfd worden. Het kiezelzuur van de steriele spruiten maakt de buitenkant van de heermoes zo hard dat verschillende oppervlakken er mee gepolijst kunnen worden. Tin, aluminium en koper worden weer blank en meubelmakers en instrument-makers polijsten fijne houtsoorten met dit natuurlijke schuurpapier.
De plant op een andere manier bekeken
De as van verbrande akkerpaardestaart bevat tot wel 67 procent kiezelzuur, de geoxideerde vorm van silicium, en na het verbranden blijft deze as liggen als een afdruk in de vorm van de plant. Kiezelzuur is het hoofdbestanddeel van vele mineralen, bijvoorbeeld bergkristal, amethist of rozenkwarts, en is wel het beste bekend als glas. Kiezelzuur is een structuurgever en heeft een sterke relatie met licht. Daardoor is de akkerpaardestaart een lichtplant, maar tegelijkertijd, door het luchtkanalensysteem in de plant, een luchtplant. Daarnaast heeft hij een sterke relatie met het element water dat hij met zijn uitgebreide wortelstelsel opneemt. De akkerpaardestaart is een indicatorplant voor waterstuwing in de bodem. Akkerpaardestaart geeft het water structuur en als geneeskrachtige plant geeft hij dit vermogen door. Door het reguleren van de waterhuishouding bij de mens en het stimuleren van de nierfunctie versterkt hij de uitscheiding en het reinigen, en ontlast daardoor de gewrichten, het bindweefsel en de huid.
De planten in onze producten
De in Dr. Hauschka Cosmetica gebruikte extracten van akkerpaardenstaart worden geproduceerd volgens een speciaal ritmisch procedé en worden gebruikt in: