Boekweit - Polygonum fagopyrum L.

Boekweit

Synoniemen: beuktarwe, zwaluwtong, Fagopyrum esculentum

Wetenschappelijke naam: Polygonum fagopyrum L.

Familie: Polygonaceae (duizendknoopfamilie)


Land van herkomst

De steppen van de hoge berggebieden in Midden- en Oost-Azië.



Bestanddelen

Flavonoïden, fenolbenzoëzuren en het naftodiantronenderivaat fagopyrine.



Omschrijving

Het Engelse woord buckwheat is afgeleid van het Nederlandse woord boekweit dat beuktarwe betekent en dat ook de betekenis is van het Duitse Buchweizen. Maar boekweit is geen familie van beuk of tarwe: het is nauw verwant aan zuring en rabarber. Alle drie behoren tot de duizendknoopfamilie, die de naam ontleent aan de dikke stengelknopen op de stelen. Boekweit is een tengere, eenjarige plant met een rechtopstaande, roodachtige steel en driehoekige bladeren. Van juni tot september ontspruit er uit de oksels langs de stelen groepsgewijze bloesem dat bestaat uit talrijke rode en soms witte bloempjes: de laatste kunnen tot 60 centimeter hoog worden. Een enkele plant produceert 300 tot 1800 geurende bloempjes die slechts een enkele dag bloeien. Een boekweitakker in volle bloei doet denken aan een weide bedekt met een tapijt van roodgekleurde sneeuw. In de bloempjes rijpen de kleine, donkerbruine korrels met drie duidelijke randen die deze plant karakteriseren. Met de extralange wortelharen vindt boekweit zelfs diep in de grond water en mineralen zodat het gedijt op zanderige, arme grond, bijvoorbeeld in het voor- en hooggebergte.



Wetenswaardigheden

De wetenschappelijke naam Polygonum is afgeleid van het Griekse polygonos = met veel hoeken, dat de vorm van de kor-rels beschrijft. De benaming fagopyrum is samengesteld uit de Latijnse woorden fagus = berk en pyros = tarwe en komt dus overeen met de algemene naam. In Duitsland wordt voor het eerst naar het woord verwezen in documenten uit Lüneburg die dateren uit 1385. De naam werd gegeven omdat boekweitkorrels worden gebruikt als tarwe en uiterlijk overeenkomen met de vruchten van de beuk, beukennootjes. De oudste boekweit-vondsten zijn gedaan op de steppen ten noorden van de Zwarte Zee, de huidige Oekraïne. Er zijn boekweitkorrels gevonden in Scythische nederzettingen uit de IJstijd (7de/6de en 5de/4de eeuw v. Chr.). Boekweit werd door handelaars en kruisvaarders naar Nederland gebracht. De voornaamste teeltgebieden in Duitsland waren gebieden met arme zand- of turfgrond, waarop boekweit goed gedijt. Voorbeelden van zulke gebieden zijn de Lüneburg Heath en Mecklenburg. Nederlandse kolonisten na-men de plant mee naar Noord-Amerika. In de 18e eeuw begon boekweit aan belang te verliezen door de toename van de intensive landbouw en het gebruik van mest-stoffen.Tegenwoordig wint het weer aan populariteit onder mensen die een glutenvrij alternatief zoeken voor graanproduc-ten en heeft het een nichemarkt binnen de landbouw veroverd. Wereldwijd is deze bron van voedsel niet erg significant: de grootste arealen waar het wordt verbouwd zijn in China, Rusland en de Oekraïne. Boekweitkorrels hebben een nootachtige smaak en vormen een goed alternatief voor graanproducten. Ze zijn rijk aan vitaminen en mineralen, vooral calcium, verschillende vitaminen B en hoogwaardige plantaardige eiwitten. Een boekweit pap met de naam Grechnevaya Kasha is erg populair in Polen en Rusland. De bliny, van oorsprong afkomstig uit Rusland, is voor de meeste mensen welbekend. Ook binnen Europa zijn er verschillende boekweitrecepten bedacht: de Italianen gebruiken bijvoorbeeld boekweitmeel voor een pasta met de naam pizzo-cheri, en in Frakrijk worden er pannenkoeken gebakken van boekweitmeel, blé noir (zwarte tarwe). In de 17e en 18e eeuw waren grutten populair onder zeevaar-ders vanwege de voedzaamheid en lange houdbaarheid. De zoet ruikende boekweitbloempjes zijn rijk aan nectar en dus in trek als bijenvoer. Kippen krijgen vaak een boekweitconcen-traat te eten en varkens boekweitzemelen. De medicinale significantie van boekweit is echter pas recentelijk ontdekt. Onderzoek heeft uitgewezen dat het een van de planten is met de hoogste concentraties flavonoïden en in 1999 werd boekweit gekozen als medicinale plant van het jaar.



De planten in onze producten

Voor de verwerking in cosmetica wordt boekweit geoogst vóór het rijp is, dus als de plant volop in bloei staat en er nog geen korrels worden gevormd. De beste oogsttijd is rond de zonnewende op 21 juni, als het flavonoïdengehalte het hoogst is. De boekweit die wordt gebruikt in Dr. Hauschka Cosmetica, wordt verkregen uit biologische teelt uit Duitsland. Uit de gedroogde plant (het zogenaamde medicinale kruid) worden huidbeschermende, celversterkende en revitaliserende extracten gewonnen, die worden gebruikt in: